Casestudy’s
Casestudy nr.1: Energy Academy Building
Energie is zowel in de wereldeconomie als in de Nederlandse economie een belangrijke industrie. Nederland behoort tot de acht grootste gasproducenten ter wereld en behoort tot de top twee van Europa [65]. Sinds de jaren vijftig staat energie in het hart van de economische ontwikkeling en op kennis gebaseerde bedrijvigheid in Noord-Nederland [65]. Op het gebied van gas, constante stroomvoorziening en de integratie van duurzame energie in de energiedistributieketen speelt de regio een leidende rol.
De Energy Academy Europe, een nieuw instituut in Nederland waar onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven samenwerken op het gebied van energieonderzoek en -innovatie, streefde ernaar om voort te bouwen op deze sterke punten binnen bestaande bedrijfs- en kennisinfrastructuren om een internationale hotspot te worden op het gebied van ondernemerschap op het gebied van energie-educatie , innovatie en onderzoek. Het doel van de Energy Academy Europe is om een substantiële bijdrage te leveren aan de energietransitie om de transitie naar een meer duurzame energietoekomst te ondersteunen en te versnellen [65].
Het gebouw heeft een uniek ontwerp met een groot zonnedak om de principes van duurzame energie te realiseren. Het bijna 15.000 vierkante meter grote gebouw is in oktober 2016 opgeleverd op de Zernike Campus in Groningen en heeft de BREEAM-beoordeling ‘Uitstekend’ gekregen [66].
De nieuwe structuur moet mensen aanmoedigen om samen te werken, ideeën te delen, creatief te zijn en energie te produceren. Het innovatieve ontwerp illustreert hoe een structuur het beste kan halen uit natuurlijke hulpbronnen zoals bodem, water, lucht en zonneschijn als een belangrijke energiebron. Het dak is bedekt met zonnepanelen die worden gebruikt om zonne-energie maximaal op te vangen. De zonnepanelen leveren niet alleen elektriciteit, maar zijn ook zo opgesteld dat ze een maximale natuurlijke verlichting garanderen. Deze buitenlaag geeft het gebouw een onderscheidende uitstraling en vestigt de aandacht op het revolutionaire energiemanagementsysteem van het gebouw [67].
De Energy Academy Europe is een plek voor ondernemers, professionals, studenten en onderzoekers uit Nederland en de rest van de wereld om samen te werken, te inspireren en – belangrijker nog – de ontwikkeling van een meer geschikte en duurzame internationale energievoorziening voor toekomstige generaties te stimuleren.
Bron: https://www.pinterest.com/pin/409827634835087558/
Casestudy nr.2: EnTranCe
Het Centre of Expertise Energy, of EnTranCe, is een initiatief uit Noord-Nederland dat helpt de transitie naar schone, duurzame en kosteneffectieve energie te versnellen. Het expertisecentrum brengt wetenschappers, studenten, ondernemers, bedrijven, overheden en maatschappelijke instellingen samen om hun kennis uit te wisselen en te werken aan doorbraken op het gebied van energietransitie en het versterken van de regionale kenniseconomie [68].
EnTranCe is een publiek-private samenwerking die open kennisuitwisseling mogelijk maakt. Hier wordt invulling gegeven aan de notie van open innovatie, waarbij innovatieve ideeën worden gedeeld met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. EnTranCe versnelt de energietransitie en verbetert de kenniseconomie in Noord-Nederland door innovatie te stimuleren.
Het energieonderzoek van EnTranCe richt zich primair op steden, wijken, buurten en bedrijven. Dit is het punt waarop grootschalige energieleveranciers en infrastructuur in aanvaring komen met kleinschalige, lokale energie-inspanningen om een soepele transitie naar een stabiele duurzame energiebron mogelijk te maken [68].
Bron: https://nl.linkedin.com/company/entrance-centre-of-expertise-energy
Casestudy nr.3: Climatex LifeCycle “Afval is gelijk aan voedsel”
Volgens het Cradle-to-Cradle-raamwerk moeten producten worden ontwikkeld om het milieu te regenereren als biologische voedingsstoffen of om industrieën nieuw leven in te blazen als technologische voedingsstoffen. Rohner Textil (nu eigendom van DesignTex) werkte samen met William McDonough en Michael Braungart om een volledig biologisch afbreekbare doek te maken die na gebruik in de tuin kan worden gebruikt [69].
Vanwege de problematische kleuren die in het product worden gebruikt, werden productresten vroeger geclassificeerd als gevaarlijk afval in Zwitserland. Met behulp van de Cradle-to-Cradle-filosofie van “afval is voedsel”, zochten McDonough en Braungart naar materialen die “veilig genoeg waren om te eten” om in de stof te gebruiken [69]. Daarom eisten ze de volledige samenstelling van de componenten van leveranciers om hun gezondheidsniveau te bepalen. Als gevolg hiervan stemde slechts één leverancier (Ciba-Geigy) ermee in zijn eigen kleurstofsamenstellingen bekend te maken. Uit deze slechts 16 niet-toxische kleuren werden gekozen voor de herbouw van de stoffenlijn uit honderden geëvalueerde chemicaliën [69].
De stof die hieruit voortkwam, heet Climatex® LifeCycleTM en is volledig gemaakt van natuurlijke vezels zoals wol en ramee, evenals niet-toxische kleurstoffen. Wat betreft restjes, ze worden verpletterd tot een viltachtig materiaal en verkocht als mulch aan lokale boeren en tuiniers in plaats van naar de vuilstortplaats te gaan.
Climatex Lifecycle was in 2002 goed voor een derde van Rohner’s $8 miljoen aan inkomsten. Rohner Textil’s afvalverwerkingskosten werden aanzienlijk verlaagd omdat hij niet langer hoefde te betalen om snijafval naar Spanje te vervoeren als gevaarlijk afval, of om ze te laten verbranden in een door Zwitserland goedgekeurde verbrandingsoven , of om ze te laten recyclen [69]. Door de kleurstoflijst te verkleinen en de vereiste voor kleurstoffiltratie te elimineren, werden de totale productiekosten verlaagd.
Bron: https://www.climatex.com/en/sustainability/cradle-to-cradle/